Maandag 2 januari, een extra vrije dag voor kantoren e.d maar op straat merk je er niets van, alles en iedereen is open.
Vanmorgen kwamen de Dontjes naar het weeshuis, voor Milan en Indy is Vietnam helemaal nieuw. Toch altijd heel indrukwekkend als je hier voor de eerste keer binnenstapt. De jongens konden voor wel 10 kinderen stellen opnoemen die vast nog wel een kind wilden, dus namen ze die toch vast mee? Was het maar zo makkelijk, maar in de praktijk is het zoveel ingewikkelder. Als ik het goed begrepen heb, moet je als adoptie ouders hier in Vietnam een jaar wonen en werken om in aanmerking te komen voor een adoptie. Ook moeten de kinderen minstens een jaar oud zijn, omdat ze de biologische ouders de tijd willen geven om op hun besluit terug te kunnen komen. Dit gebeurt nooit, want een situatie veranderd nooit binnen een jaar als hij al veranderd. Vaak is de reden van afstaan, hiv besmet en zelf niet het geld en de middelen hebben om te behandelen, of pure armoede, vaak zijn er al meerdere kinderen en is er absoluut geen geld om voor allemaal te kunnen zorgen. Je mag geen kind uitkiezen, er wordt een kind toegewezen, wat misschien ook wel zo eerlijk is, maar toch.
Ik heb de hele dag lekker met de kinderen gespeeld en geknuffeld, mijn favoriet had weer koorts dus die heb ik een beetje extra liefde gegeven. Mijn manier van badderen mocht vandaag niet, daar was geen tijd voor, want er was een grote schoonmaak gepland, dus alle kids werden voor een paar uur overgeheveld naar een andere ruimte.
Om 5 uur met Indy, Milan en Ronald afgesproken in mijn appartement. Ik wilde ze laten zien waar ik woonde en hoe ik mijn namiddagen doorbreng. Een paar boy-bikes geleend en met zijn allen op de fiets door Vung Tau, richting de supermarkt voor een gebakken banaan, langs de vis markt waar het zo verschrikkelijk stinkt en op het plein een vers rietsuiker sapje met veel ijs. Eenvoudig maar wel leuk, al fietsend lekker kletsen met de jongens zoals ik dat met Barry gedaan zou hebben en ondertussen hoor, ruik en zie je Vietnam.